Machine learning is een techniek waarbij computers leren van data en zelfstandig patronen herkennen. Ze gebruiken dit om beslissingen te nemen of voorspellingen te doen zonder dat een programmeur alle regels vooraf hoeft in te stellen.
Stel je voor dat je een kind leert om een appel van een peer te onderscheiden. Je laat het kind meerdere afbeeldingen van appels en peren zien en vertelt telkens wat het is. Na een tijdje kan het kind zelf zeggen of een vrucht een appel of een peer is. Machine learning werkt op een vergelijkbare manier: een computerprogramma krijgt veel voorbeelden en leert zelf patronen te herkennen.
De computer gebruikt wiskundige modellen en algoritmes om verbanden in de data te vinden. Hoe meer data de computer krijgt, hoe beter hij patronen kan herkennen en juiste beslissingen kan nemen. Een machine leert alleen zo goed als de data die hij krijgt. Als een computer alleen rode appels heeft gezien, kan hij moeite hebben met het herkennen van groene appels. Dit heet "bias" en kan leiden tot verkeerde voorspellingen.
Je ziet machine learning overal: van de aanbevelingen op Netflix tot gezichtsherkenning op je telefoon. Ook zelfrijdende auto's en medische diagnosesystemen gebruiken deze technologie om slimmer te worden.